Ondervoeding is een veelvoorkomend probleem bij mensen met acute of chronische ziekte en bij ouderen. Binnen het FAITH research netwerk wordt samengewerkt om ondervoeding tegen te gaan.
Gestructureerde aandacht voor ondervoeding vanuit zorgverleners blijft nodig, evenals wetenschappelijke gegevensverzameling rondom de dieetbehandeling van ondervoeding.
MONDAY (MOnitoring Nutritional status DietArY intake) is een langlopend, landelijk practice-based research project, waarin het verloop van de voedingsinname en voedingstoestand systematisch in kaart wordt gebracht bij cliënten die in de eerste lijn worden behandeld door de diëtist voor (risico op) ondervoeding.
Doordat diëtisten zelf een centrale rol spelen in de dataverzameling binnen hun reguliere werkwijze, is MONDAY een practice-based onderzoek.
De resultaten van MONDAY geven inzicht in de effectiviteit en zorgtoegevoegde waarde van de diëtist, met als doel de eerstelijns voedingszorg verder te optimaliseren.
Download hier de MONDAY brochure.
Benieuwd naar ervaringen uit de praktijk? Bekijk hier de MONDAY video.
Ben je geïnteresseerd in MONDAY?
Neem dan contact op met Dr. Harriët Jager-Wittenaar.
ha.jager@pl.hanze.nl, 06-23668897.
Wat doe je als fysiotherapeut wanneer je het gevoel hebt dat je patiënt je niet goed begrijpt? Als iemand bijvoorbeeld afspraken niet nakomt of niet de oefeningen doet die je had afgesproken? Een patiënt komt bij je met een zorgvraag en het is heel frustrerend voor zowel fysiotherapeut als patiënt als er geen adequate hulp kan worden geboden. Hoe kom je erachter waar dat precies aan ligt?
Het project Com-In-Actie ontwikkelt communicatiemiddelen en strategieën met als doel de communicatie te stimuleren tussen fysiotherapeuten en cliënten.
Com-In-Actie ontwikkelt communicatiemiddelen en strategieën met als doel de communicatie te stimuleren tussen fysiotherapeuten en cliënten met chronische aandoeningen die goed begrepen willen worden door de fysiotherapeut.
Com-In-Actie wordt nationaal uitgevoerd met fysiotherapiepraktijken verdeeld over Nederland, kenniscentra en stakeholders binnen een projectkerngroep die gevormd wordt door Hogeschool Utrecht, Hogeschool Leiden en NHL Stenden Hogeschool.
- mensen met chronische klachten;
- de fysiotherapeut met andere gezondheidsvaardigheden dan de cliënt;
- eerste lijns fysiotherapiepraktijken;
- oudere cliënten;
- eerste consult;
- design based research.
Cliënten met chronische klachten, fysiotherapeuten, beleidsmakers, docenten, studenten, allianties of stichtingen die zich bezighouden met gezondheidsvaardigheden. Ontwerpers. Samen kunnen we innovatieve communicatiemiddelen ontwerpen of aanpassen naar de fysiotherapiepraktijk en implementeren in het onderwijs en de fysiotherapiepraktijk.
Betrokken bij het project zijn:
Dr. Hans Hobbelen, Sandra Jorna-Lakke en Rik Kranenburg. Neem voor meer informatie contact op met Hans Hobbelen.
Kwetsbaarheid en Corona
Dit onderzoek is gericht op het leveren van aanbevelingen voor interventies en strategieën vanuit het perspectief van thuiswonende ouderen, mantelzorgers en professionals, ter voorkoming of vermindering van negatieve effecten van maatregelen tijdens een (toekomstige) pandemie op kwetsbaarheid (frailty) bij thuiswonende ouderen. Hiertoe onderzoeken we de mate waarin de prevalentie van kwetsbaarheid onder thuiswonende ouderen in de drie noordelijke provincies verandert gedurende en na de Coronapandemie en de determinanten hiervan.
Het coronavirus en de daarmee gepaard gaande (maatregelen tijdens de) pandemie zijn dusdanig nieuw dat er nog weinig kennis en best practices zijn om te komen tot effectieve interventies en strategieën om kwetsbaarheid bij thuiswonende ouderen tegen te gaan gedurende een pandemie. Daarmee voorziet dit onderzoeksproject in de urgente behoefte kennis te genereren rondom de effecten van de Coronapandemie op kwetsbaarheid bij thuiswonende ouderen en het geven van handvatten voor de praktijk.
Vraagstelling
ONDERZOEKSVRAAG - Welke aanbevelingen kunnen worden gegeven voor interventies en strategieën vanuit het perspectief van thuiswonende ouderen, mantelzorgers en professionals, ter voorkoming/vermindering van kwetsbaarheid bij thuiswonende ouderen als gevolg van maatregelen tijdens een (toekomstige) pandemie?
Doel
Het maken van een epidemiologische analyse van prevalentie en determinanten van kwetsbaarheid voor, tijdens en na de Coronapandemie.
In de volgende fases van het onderzoek wordt gewerkt aan duiding en verdieping van de resultaten van de eerste fase, middels perspectief van ouderen, mantelzorgers en professionals.
Daarna volgt een integrale analyse van kwantitatieve en kwalitatieve data, o.a. vanuit het perspectief van de oudere zelf, de zorg en de publieke gezondheid.
Op basis hiervan worden aanbevelingen geformuleerd voor persoonsgerichte, individuele en groepsgerichte interventies en strategieën ter voorkoming/ vermindering van negatieve effecten van maatregelen tijdens een (toekomstige) pandemie
Tot slot communicatie/disseminatie van het project en onderzoeksresultaten naar ouderen, mantelzorgers, professionals, beleidsmakers en onderwijs.
Onderzoekslijn
Binnen de multidisciplinaire projectgroep, waarin de Hanzehogeschool Groningen, NHL Stenden, het UMCG en het RIVM zijn vertegenwoordigd, is uitgebreide onderzoeksexpertise vanuit zorg en welzijn (ouderengeneeskunde, verpleegkunde, voeding en diëtetiek, fysiotherapie), publieke gezondheid, onderzoeksmethodologie, epidemiologie inclusief geavanceerde statistische analysetechnieken en waardegedreven zorg aanwezig.
Onderzoeksresultaten
Een integraal perspectief op ontwikkeling kwetsbaarheid en het omgaan met en beleven van Corona-maatregelen vanuit principes van waardegedreven zorg.
Een policy white paper en overzicht van interventies, strategieën en voorlichtingsmaterialen ter preventie van kwetsbaarheid bij ouderen tijdens een pandemie, voor ouderen/mantelzorgers/ (toekomstige) professionals/beleidsmakers.
Impact
Inzicht in prevalentie en determinanten van kwetsbaarheid voor, tijdens en na de Coronapandemie van thuiswonende ouderen wordt verkregen met kwantitatief onderzoek onder ruim 11.000 Lifelines deelnemers (65 jaar of ouder) in de drie noordelijke provincies. Kwalitatief onderzoek wordt uitgevoerd naar ervaringen, knelpunten en behoeften van ouderen, mantelzorgers, professionals uit de thuiszorg en publieke gezondheid. Op basis van analyse van zowel de kwantitatieve data, kwalitatieve data en publieke gezondheidsoverwegingen wordt integraal perspectief verkregen op kwetsbaarheid en het omgaan met Corona-maatregelen vanuit principes van waardegedreven zorg. Aanbevelingen voor persoons- en groepsgerichte interventies en strategieën tijdens een (toekomstige) pandemie voor thuiswonende ouderen worden in co-creatie ontwikkeld voor ouderen, professionals en beleidsmakers in de eerstelijnszorg en het publieke domein. De co-creatie vindt plaats met ouderen, mantelzorgers, (thuis)zorgorganisaties, RIVM, GGD-en en gemeenten.
Valorisatie
Doorvertaling naar onderwijscurricula zorgt ervoor dat ook toekomstige professionals leren om te gaan en te handelen ter preventie en vermindering van kwetsbaarheid tijdens een pandemie. Kennis komt tot stand in wisselwerking tussen onderzoek, onderwijs en praktijk, waarbij bachelorstudenten zorg en welzijn van de Hanzehogeschool Groningen en NHL Stenden hogeschool en studenten Geneeskunde UMCG in het onderzoek participeren (zoals dataverzameling en -analyse), o.a. via de FAITH Innovatiewerkplaatsen (IWP’s; o.a. IWP Kwetsbare Ouderen; IWP Malnutrition)
Daarnaast zullen onderzoeksresultaten worden opgenomen in onderwijsactiviteiten vanuit de FAITH Academy.
Betrokken bij het project zijn:
Harriët Jager
Evelyn Finnema
Hans Hobbelen
Wim Krijnen
Fons van der Lucht
Han de Ruiter
Martine Sealy
Pijn is vaak ondergerapporteerd bij ouderen en dit ligt deels aan hun overtuigingen dat pijn een normale consequentie is van het ouder worden. Effectief signaleren van pijn bij ouderen kent daarbij nog een aantal uitdagingen, zoals het onderrapporteren van pijn door patiënten, juiste beoordeling van pijn en atypische uiting van pijn (bijv. door het ervaren van andere symptomen). Waarbij het bevinden in de laatste levensfase/palliatieve zorg het concept van pijn complexer kan maken.
In dit onderzoeksproject wordt er vanuit een biopsychosociale benadering gekeken of het concept pijn bij ouderen in de laatste levensfase beter begrepen kan worden en ondersteunen bij de pijn management.
Het project is opgedeeld in 5 onderzoeken: pijn voorspellen door te kijken naar andere symptomen die pijn kunnen duiden, betere begripsvorming maken over de pijnovertuigingen, leren hoe om te gaan met de coping van ouderen, weten hoe er buiten het medisch domein ondersteunende interventies kunnen worden aangeboden voor pijnverlichting en of de pijnwaarneming en uiting bij ouderen in de laatste levensfase kunnen bevorderen.
Met welke opvattingen is, op basis van het biopsychosociale benadering, pijn beter te begrijpen en te managen bij ouderen in de laatste levensfase?
Vanuit een biopsychosociale benadering pijn kunnen voorspellen, pijnovertuigingen begrijpen, omgaan met coping, toepassen van niet-farmacologische interventies en pijnwaarneming en uiting bevorderen bij ouderen in de laatste levensfase.
Het onderzoek zal meer inzicht geven op het begrijpen en managen van pijn bij ouderen in de laatste levensfase. Dit wordt binnen het onderzoeksproject gedaan door het ontwikkelen van een predictiemodel met voorspellende symptomen voor pijn en het krijgen van inzichten in pijnovertuigingen en wijzen van coping. Ook wordt er gekeken naar het bevorderen van de pijnwaarneming en uiten van pijn door de oudere in de laatste levensfase in samenwerking met zorgprofessionals. Tevens gaat het onderzoek in op het zorgcomponent van pijnbehandeling namelijk, welke niet-farmacologische zorginterventies verpleegkundigen kunnen inzetten om pijn te verlichten.
Ieder jaar overlijden wereldwijd ongeveer 25 miljoen mensen met pijn. Door de vergrijzing komen er meer ouderen bij die ook langer thuis blijven wonen en zorg thuis zullen ontvangen, ook in de laatste levensfase. Door het eerder signaleren of interveniëren bij pijn kan de impact van ervaren pijn bij (thuiswonende) ouderen in de laatste levensfase worden verminderd.
Het verwerven en delen van kennis in het kader van ‘zo goed mogelijk thuis blijven wonen’ is essentieel voor de doelen van ZuidOostZorg. Het begrijpen, signaleren en interveniëren van/bij pijn draagt bij aan dat ouderen ook thuis kunnen blijven wonen in de laatste levensfase. Het onderzoek sluit daarbij ook aan bij de leeropdracht binnen het lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing van de Hanze Hogeschool en Health Sciences van het UMCG.
Ondervoeding en sarcopenie komen vaak voor bij ouderen en hebben een negatieve invloed op gezondheid, zelfstandig functioneren, welbevinden en kwaliteit van leven. Dit leidt tot valincidenten, vaker huisartsbezoek en meer kans op opname in zieken-, verzorgings-, en verpleeghuis.
Knelpunten geuit door ouderen en professionals (te weinig kennis, bewustzijn en vaardigheden, te weinig afstemming met ouderen en tussen professionals, onduidelijke taak- en rolverdeling) vragen om een interprofessionele, regionale eerstelijnsaanpak van (risico op) ondervoeding en sarcopenie.
In het project participeren thuiswonende 65+ ouderen, huisartsen/praktijkondersteuners, wijkverpleegkundigen, diëtisten, fysiotherapeuten, casemanagers dementie en welzijnswerkers uit de eerste lijn uit Drenthe, Friesland, Amsterdam en Nijmegen.
InterGAIN legt de basis voor een regionale interprofessionele eerstelijnsaanpak tegen (risico op) ondervoeding en sarcopenie bij thuiswonende ouderen in Nederland, om persoonsgerichte zorg te optimaliseren.
Wat is de meerwaarde van interprofessionele samenwerking tussen thuiswonende 65+ ouderen, huisartsen/praktijkondersteuners, wijkverpleegkundigen, diëtisten en fysiotherapeuten in de aanpak van (risico op) ondervoeding en sarcopenie in relatie tot gezondheid, ervaren kwaliteit van zorg, werkplezier en kostenbeheersing?
Het doel van dit project is het bepalen van deze meerwaarde van interprofessionele samenwerking. Met de voorgestelde interprofessionele aanpak van (risico op) ondervoeding en sarcopenie beogen we de persoonsgerichte zorg voor de ouderen te optimaliseren.
InterGAIN is een onderzoeksproject binnen drie leeropdrachten in het lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing: 1) Malnutrition and Healthy Ageing; 2) Ageing and Allied Health Care en 3) Kortdurende zorg en interprofessioneel samenwerken bij Kwetsbare Ouderen.
Binnen de leeropdracht Malnutrition and Healthy Ageing valt InterGAIN onder de onderzoekslijn Interprofessionele samenwerking, waarin wordt onderzocht hoe optimale interprofessionele samenwerking rondom ondervoeding en sarcopenie eruit dient te zien en welke effecten en impact een dergelijke samenwerking heeft in de dagelijkse praktijk.
InterGAIN beoogt positieve resultaten te behalen in relatie tot gezondheid, kwaliteit van zorg, werkplezier en kosten (Quadruple Aim). Op basis van de resultaten bij ouderen en professionals, beschrijven we tevens generieke en regio-specifieke succes- en faalfactoren voor de interprofessionele eerstelijnssamenwerking en stellen direct implementeerbare adviezen op voor ouderen, professionals, beleidsmakers en financiers.
InterGAIN legt de basis voor een regionale interprofessionele eerstelijnsaanpak tegen (risico op) ondervoeding en sarcopenie bij thuiswonende ouderen in Nederland, om persoonsgerichte zorg te optimaliseren.
Met InterGAIN wordt extra bewustwording gegenereerd over ondervoeding en sarcopenie bij zowel ouderen zelf, als professionals, beleidsmakers, studenten en docenten.
Maar liefst 70 procent van alle mensen met dementie heeft de ziekte van Alzheimer. Patiënten met Alzheimer begrijpen steeds minder van de wereld om zich heen, waardoor de omgeving geneigd is om steeds minder met hen te communiceren. Dit heeft een negatief effect heeft op het sociale welzijn van patiënten met Alzheimer.
Zorgprofessionals geven aan handvatten nodig te hebben om de taal en interactie van patiënten met Alzheimer te volgen en om hen in een vroeg stadium door te verwijzen naar een logopedist. Ook ervaren zij handelingsverlegenheid om de taalvaardigheden en interactie met patiënten met Alzheimer te optimaliseren.
Het doel van het onderzoek Taal en Interactie bij patiënten met Alzheimer (TIPA) is om een screeningsinstrument te construeren voor het meten van taal en interactie van patiënten met Alzheimer en om samen met patiënten met Alzheimer en hun directe omgeving aanknopingspunten te vinden voor het optimaliseren van taal en interactie.
De doelen van TIPA zijn:
(1) een screeningsinstrument te construeren om de taal en interactie van patiënten met Alzheimer te meten, en
(2) om de door patiënten en hun mantelzorgers ervaren succesfactoren en knelpunten in de communicatie in kaart te brengen op basis waarvan aanknopingspunten gevonden kunnen worden om een interventie te ontwerpen voor de optimalisatie van taal en interactie.
Taal en interactie zullen worden gemeten en worden gevolgd met een draagbaar audiosysteem bij patiënten met Alzheimer thuis of in het verpleeghuis. De audio-opnames zullen taalkundig worden geanalyseerd op basis waarvan een screeningsinstrument geconstrueerd zal worden. De kenmerken in taaldegeneratie bij patiënten met Alzheimer uit eerder systematisch literatuuronderzoek zullen hiervoor als onderlegger dienen. Daarnaast worden patiënten met Alzheimer en hun mantelzorgers geïnterviewd om na te gaan welke knelpunten en succesfactoren zij in de communicatie ervaren.
Het project TIPA wordt uitgevoerd binnen de leeropdrachten Language Function & Healthy Ageing, Ageing and Allied Healthcare en Short Term Care and Interprofessional Collaboration in Frail Elderly van het overkoepelende lectoraat Healthy Ageing, Allied Healthcare and Nursing.
TIPA wordt ingebed in het Sprong project van Regieorgaan SIA 'Frailty by Assessment, Intervention and Technology towards Health (FAITH).
Door het opzetten van een nieuwe interprofessionele samenwerking tussen zorgprofessionals in de ouderenzorg (Kwadrantgroep, ZuidOostZorg), taalexperts (Innovatiewerkplaats taal & interactie en de leeropdracht Language Function & Healthy Ageing van de Hanzehogeschool), ouderenexperts (het FAITH-consortium), innovatieprofessionals (DIO Agency) en patiënten met Alzheimer en hun mantelzorgers kunnen nieuwe inzichten, kennis en innovatieve tools ontwikkeld worden om taal en interactie bij dementie te optimaliseren.
De Kwadrantgroep en ZuidOostzorg hebben geparticipeerd in de vraagarticulatie en zullen actief ondersteunen in de werving van participanten en in het afstemmen van (tussentijdse) resultaten voor hun praktijk.
DIO Agency zal zich verdiepen in de patiëntengroep en betrokken zorgprofessionals en meedenken in strategie en communicatie van het project. In het vervolgonderzoek zullen zij een rol spelen het ontwerpen van een interventie voor de optimalisatie van taalvaardigheden van patiënten met Alzheimer en de interactie met hun directe omgeving.